Vijf Principes van Ki Meditatie

Onegaishimasu.  Hallo iedereen.  Dank u voor uw komst.  

Dit is een discussie over de Vijf Principes van Ki Meditatie. 

1. Een houding van vasthouden.
2. Een houding van loslaten.
3. Een houding van harmonie.
4. Een houding waarin we de schepping van het universum kunnen voelen.
5. Een houding waarin we de beweging van Ki van het universum kunnen voelen.

Het Japanse woord dat wij in het Engels vertalen als “houding,” is “shisei.” Shisei betekent meer dan alleen een fysieke houding. Maar daar hebben we in het Engels niet het juiste woord voor. Als we een uitdrukking zouden gebruiken, zouden we zoiets kunnen zeggen als “staat van zijn”. In de Japanse taal verwijst het woord shisei naar een combinatie van onze fysieke houding en onze geestesgesteldheid, of houding. 

Zoals we zien in het eerste principe, “Een houding van vasthouden“, moet onze houding in een toestand zijn die ons in staat stelt vast te houden. “Vasthouden” is hier vergelijkbaar met zorgvuldig omhelzen. We houden onze eigen houding van geest en lichaam vast zoals we een baby vasthouden, iets heel kostbaars. De meesten van ons zouden een baby heel anders vasthouden dan een zak boodschappen. 

Een andere manier om dit uit te drukken is te zeggen dat wanneer we een houding van vasthouden hebben, “Ki op alles gericht is”. Dit betekent dat alles wordt gekoesterd en wordt opgenomen. Niets wordt beoordeeld als ontoereikend of overbodig.

In deze “houding van vasthouden” mag er geen persoonlijke voorkeur zijn voor de uitkomst. Wat zich ook voordoet in onze Ki Meditatie wordt op deze manier aanvaard. Een Vajrayana boeddhistische leraar zei eens dat meditatie is alsof je een stoel in het midden van een kamer zet en wacht om te zien wie er komt. En als er iemand komt, geven we hem geen eten of drinken. We nodigen ze niet uit om te blijven of vragen ze niet om te vertrekken. We gaan gewoon zitten en kijken wat ze doen, wat ze zijn. Dit is metaforisch, natuurlijk. Maar dit is net zoiets als alles wat zich voordoet zowel met grote zorg en aandacht vasthouden als het tegelijkertijd als niets bijzonders beschouwen.

Het tweede principe hier is “Een houding van loslaten.” We zouden kunnen denken aan loslaten als het tegenovergestelde van vasthouden. Ze zijn echter hetzelfde. Dit is vergelijkbaar met kakudaiho (expansie) en shuchuho (samentrekking) in Ki Meditatie. Deze twee bewegingen lijken misschien het tegenovergestelde van elkaar, en relatief gezien zijn ze dat inderdaad. Maar omdat beide dezelfde transcendente respons in ons teweegbrengen, zijn ze in die zin gelijkwaardig, en zo is het mogelijk om vanuit onze eigen ervaring iets te zien wat veel meer omvat. Wat in afzonderlijke, objectieve zin tegengesteld lijkt, is dat in inclusieve, subjectieve zin vaak niet.  Wanneer wij niet gebonden zijn aan een lineair, objectief en meetbaar denken, kunnen wij misschien een glimp opvangen van de grote eenheid van alles. 

Ook hier houden we alles vast als zijnde heilig, en toch klampen we ons niet vast aan iets in het bijzonder. Of het nu alles vasthouden is, of alles loslaten, het is in overeenstemming met de aard van het universum. Of het nu gaat om het uitdijen om het universum te vullen, of het verdichten van alles tot de oneindigheid van het Ene Punt, het gevoel dat deze twee tegenstellingen in het geestlichaam begeleidt is hetzelfde.

Alles wordt gekoesterd in zijn eigen tijd, en diezelfde dingen worden weggepoetst als hun tijd voorbij is. Dit is de weg van harmonie in het universum.

Het derde principe is “Een houding van harmonie“. Dit principe kan gezien worden als de combinatie van de eerste twee principes. Als we de eerste twee principes niet zorgvuldig volgen in onze beoefening, zullen we niet in staat zijn een houding van harmonie te ervaren.

Harmonie ligt heel dicht bij gelijkmoedigheid; in die zin dat het een houding is waarin er geen objectieve begrenzing is van gebeurtenissen of personen. Dit betekent dat, wanneer we harmonie hebben, er geen oordeel is over iets of iemand en hoe te zijn. Dit betekent niet dat verschillen niet worden erkend of gewaardeerd, want daar moet zeker rekening mee worden gehouden bij het omgaan op het fysieke niveau. In plaats daarvan betekent dit dat we waargenomen verschillen niet gebruiken als voer voor ontevredenheid of onnodige opwinding.

Het is belangrijk te erkennen dat harmonie niet iets is dat kan worden ontwikkeld en uiteindelijk bereikt. Harmonie is iets waarvan we ons bewust worden dat het al bestaat als een essentieel aspect van onze oorspronkelijke toestand. Wanneer wij ophouden anderen of hun handelingen in deze of gene toestand te dwingen, merken wij plotseling een groot gevoel van opluchting, omdat alles reeds volmaakt evenwichtig en in harmonie voor ons verschijnt.  

Het volgende principe is “Een houding waarin we de schepping van het universum kunnen voelen.” Het proces van creatie houdt nooit op. De sappen van creativiteit borrelen voortdurend in elk moment. Of we nu spelen in de wereld of zitten te mediteren, er is een constante stroom van creatie.  Als we niet opletten, merken we misschien de voortdurende nieuwigheid hiervan niet op.  We stellen ons voor dat dingen worden herhaald, en vragen ons dus af waar onze eigen kracht tot creativiteit vandaan komt.  Niets wordt echter ooit herhaald. Alle dingen zijn oorspronkelijk en worden in elk moment opnieuw gecreëerd. Zoals wij hier in dit moment zijn, zijn wij geplaatst in het centrum van de fontein van de schepping. Nogmaals, dit is niet iets dat we hoeven te zoeken.  Dit is waar we in elk moment allemaal openlijk toegang toe hebben.

Het laatste principe is “Een houding waarin we de beweging van de Ki van het universum voelen.” Tohei Sensei gaf ons zijn “Drie Principes van het Universum.” Ten eerste, het universum is een oneindige bol met een oneindige radius. Ten tweede, het universum is een oneindige verzameling van oneindig kleine deeltjes.  Het derde principe van het universum is dat alles altijd in beweging is, in een staat van verandering. 

In macro-kosmische zin zijn de grote zonnen, manen, planeten en andere hemellichamen allemaal in een constante staat van beweging ten opzichte van elkaar. Er is een kracht die hen bijeenhoudt, terwijl tegelijkertijd een kracht hen voortdurend uit elkaar beweegt, steeds een beetje, steeds geleidelijk. Alles wordt bij elkaar gehouden en toch breidt alles zich uit, terwijl de orde wordt gehandhaafd en verandering mogelijk wordt gemaakt.

Aan de andere kant, in de micro-kosmische zin, is er de oneindig snelle beweging van de moleculen, atomen en subatomaire deeltjes, die zich zowel vastklampen als wegduwen. Deze kleine lichaampjes vibreren met enorme snelheden in ons eigen lichaam, en we kunnen dit ervaren als een gevoel van een krachtige aanwezigheid van binnen.

Tohei Sensei noemde deze ervaring “Fudoshin.”  Hij schreef: 

 “Fudoshin

Ware Fudoshin is niet een onbeweeglijke geest, maar de toestand die oneindig dicht bij de stille toestand komt, maar nooit stil is.  Met andere woorden, een kalme toestand ontstaat uit oneindige beweging.

Door alle dingen op te nemen in deze beweging die oneindig kleiner en kleiner wordt, kunnen we Fudoshin ervaren. Deze staat fluctueert niet, zelfs niet als er tienduizend bergen om ons heen ineenstorten.” 

Dit is de ‘houding’ die de beweging van de Ki van het universum ervaart.

Tohei Sensei definieerde vaak zijn begrip van Ki voor ons. Hij wees op cellen, moleculen, atomen en subatomaire deeltjes, en vroeg ons op te merken dat hoe vaak we iets ook delen, het nooit verdwijnt.  “Eén kan nooit nul worden.” En dat oneindig kleine iets dat nooit niets wordt is wat Tohei Sensei “Ki” noemt. Deze Ki is in een constante staat van verandering. Dit is waar we van gemaakt zijn en wat ons energie geeft, beide tegelijk.

Student: Sensei, ik vroeg me af, u bespreekt dit in termen van fysica, het materiële zelf. Dus, ik vraag me af hoe dat samen gaat met bepaalde aspecten van wat we leren. Zegt Tohei Sensei dat Ki een fysiek iets is?

Ja, Tohei Sensei verwijst naar Ki als de bouwsteen van alle materie. Maar laten we niet vergeten wat de natuurkunde zegt over materie. De aard van een materiedeeltje hangt volledig af van hoe we er naar kijken, hoe we het proberen te meten. Als we een subatomair deeltje op een bepaalde manier testen, verschijnt het als een vast voorwerp.  Als we het op een andere manier testen, zien we het als een golf van energie. Dus, is Ki materie of is het energie? Is het een deeltje of is het een golf?  Het lijkt beide tegelijk te zijn. Wat ik hiervan meeneem is dat, wetende dat het beide kan zijn, afhankelijk van hoe we er naar kijken, dan hoeven we niet vast te zitten in het denken over Ki als het een of het ander. Dat zou een betwistbaar punt van zorg zijn, omdat het altijd alle dingen is. Nogmaals, dit is wat we zijn, en wat ons kracht geeft, beide tegelijk.

Wanneer wij woorden en begrippen gebruiken om te communiceren, zijn wij afhankelijk van die woorden en begrippen om voor ons te verduidelijken wat kenbaar is.  De moeilijkheid hierbij is dat wij in dit soort discussies bekende woorden en begrippen moeten gebruiken om te wijzen op datgene wat algemeen onbekend kan zijn, en dus misschien niet adequaat kan worden aangegeven. Het resultaat van deze inherente onvolkomenheid kan verwarring zijn. Wij zeggen vaak dat een lering is als een vinger die naar de maan wijst. Maar het is misschien niet onmiddellijk duidelijk wat die maan voor ons voorstelt. Laten we niet vergeten dat we ons alleen bewust zijn van de maan omdat zij de zon weerkaatst.  Op zichzelf heeft zij ons geen licht te bieden.  

Wat zegt ons dat over de aard van het onderricht?  Zonder een leraar, een leerling, een wijzende vinger, datgene waarnaar gewezen wordt, en datgene wat de verlichting en de verlichting zelf mogelijk maakt, zou er geen ontwaken kunnen zijn! Dit proces vereist al deze zaken tegelijk, en in de juiste volgorde, opdat “onderricht” zelfs maar als een volledig ding kan bestaan.

De scheppende kracht waaruit de activiteit van dit moment voortdurend voortkomt, is oneindig in mogelijkheden. En hoewel de manifestatie van creativiteit overal om ons heen is, kan niemand anders het gevoel van deze ervaring aan ons openbaren. Dit is iets geheel unieks voor ieder van ons. We krijgen dit niet door een boek te lezen of zelfs maar te luisteren naar een leraar die erover spreekt. We kunnen echter wel ontwaken tot deze ervaring terwijl we lezen of luisteren, afhankelijk van hoe we lezen en luisteren.

De mate van onze vaardigheid in open waarneming bepaalt de aard van onze ervaring, zo niet ons bestaan zelf. Laten we eens nadenken over wat we gebruiken om deze fysieke wereld waar te nemen. We hebben onze zintuigen, ruiken, proeven, aanraken, horen, zien. Dan hebben we onze gedachten en emoties. En dat is het wel zo’n beetje.  Dat is wat we in de fysieke, duale wereld hebben gekregen om waar te nemen. Maar zijn dat de enige middelen die we hebben? Is dat de enige bron van ervaring voor ons? Ik zou willen suggereren dat dit als het topje van een ijsberg is, slechts het kleinste deel dat onmiddellijk beschikbaar is boven de oppervlakte.

Als we opletten en diep duiken wordt alles in het leven vroeg of laat een raadsel/oplossing. Als we dat doen, en als we geluk hebben, zullen we op een gegeven moment beginnen in te zien dat begrijpen en niet begrijpen niet als tegenstellingen bestaan.

Waarom zeg ik dit? Van jongs af aan wordt ons geleerd hoe belangrijk het is om een vooruitstrevend inzicht na te streven, productief te zijn, een goede werkethiek te hebben en dingen gedaan te krijgen, te bereiken en te volbrengen, enzovoort. Dit zijn allemaal belangrijke vaardigheden om je te ontwikkelen tot een nuttig, functioneel mens hier op aarde. Maar juist deze vaardigheden die ons bevrijden, kunnen ons tegelijkertijd binden, als dit alles is wat we kunnen waarnemen. Wij moeten ontdekken wanneer en hoe wij deze vaardigheden kunnen overstijgen, althans in die mate dat wij er niet slaaf van zijn.

Zo vertelde mijn eerste leraar mij eens dat we moeten weten wanneer we “het boek moeten verbranden”. Een boek kan heel nuttig zijn, omdat het ons belangrijke gedragsregels geeft. Maar het is slechts een boek met woorden. Op een bepaald moment moeten we ophouden afhankelijk te zijn van een boek, het weggooien en gewoon luisteren. We hebben een directe relatie nodig met wat er aan de hand is met deze creatieve vonk in ons. Dit kan zijn waar het boek ons op wijst. Maar op een gegeven moment moeten we erkennen dat informatie gewoon niet bevredigend genoeg is.  Een boek is als een kaart die ons doel beschrijft en hoe we daar kunnen komen. De kaart is dus belangrijk, maar waar we naartoe gaan zal in niets lijken op de kaart, omdat de kaart van één dimensie is, en het echte leven van een andere dimensie is. Een leraar is op dit punt van cruciaal belang, omdat een leraar de kaart voor ons kan interpreteren en ons kan helpen ons voor te stellen wat er op de kaart staat. Maar we moeten weten wanneer we de leraar los moeten laten, hoe pijnlijk dat soms ook lijkt.

Wanneer we in meditatie zitten, is dit alsof we naar een land gaan dat we nog nooit betreden hebben. Het leven wordt ons pas duidelijker en betekenisvoller als we dit leven leiden.  En hoewel studie essentieel is, zal geen enkele hoeveelheid ervan ons voldoende voorbereiden op wat komen gaat.

We zullen vanaf hier verder gaan met dit thema. 

Hartelijk dank dat u vandaag bij ons was. Domo arigato gozaimasu.